Syndroom van Klinef...
 
Meldingen
Alles wissen

Syndroom van Klinefelter: genetica, klinische fenotype en hypogonadisme

1 Reacties
1 Gebruikers
0 Reactions
2,772 Bekeken
(@romano)
Eminent Member Admin
Toegevoegd: 9 jaar geleden
Reacties: 40
Topic starter  

In dit Engelstallige stuk staat informatie over het syndroom van Klinefelter. Ik heb het ingekort vertaald naar het Nederlands met de belangrijkste punten. Wil je het hele verhaal lezen, klik dan hier (Engelstallig).

Het Syndroom van Klinefelter (KS) wordt gekenmerkt door een extreme diversiteit in de klinische en genetische presentatie. Het verband tussen klinische fenotype en genetische achtergrond is gedeeltelijk openbaar gemaakt; niettemin zijn artsen zich ervan bewust dat verscheidene aspecten van dit syndroom volledig zijn onbegrepen. Door het verbeteren van onze kennis over de rol van bepaalde genetische aspecten van KS, zullen patiënten de individuele verschillen in de gezondheidstoestand tot een betere behandeling van deze chromosomale aandoening leiden. Het doel van dit artikel is om een update te geven over zowel genetische en klinische fenotype en hun onderlinge relaties.

Op 5 augustus 1942 schreef arts/onderzoeker Harry Klinefelter voor het eerst over een bijzondere gynaecomastie (mannelijke borstvorming) wat samenging met de stijging/daling van hormonen, dun gezichts- en lichaamsbeharing, kleine testikels en een onvermogen om sperma te produceren. In 1959 werd ontdekt dat deze mannen met het syndroom van Klinefelter (KS) een extra X-chromosoom (genotype XXY) hebben in plaats van de gebruikelijke mannelijk geslacht complement (genotype XY). De klassieke vorm van KS, die in het 80-90% van de gevallen wordt gedefinieerd door een 47, XXY karyotype gevolg van een splitsing van de geslachtschromosomen, terwijl meerdere X-chromosomen (bijvoorbeeld 48, 48 of XXXY, XXYY ), bij ongeveer 10-20% van de gevallen voorkomt. De frequentie van KS (van 0,1 tot 0,2% bij pasgeboren mannelijke baby's) stijgt tot 3-4% bij onvruchtbare mannen en 10-12% bij patiënten die nagenoeg of geheel steriel zijn. Het syndroom van Klinefelter is de meest voorkomende waargenomen geslachtschromosomale afwijking, met een geschatte frequentie van 1: 500 tot 1: 1000 mannen. KS wordt geassocieerd met verschillende klinische aandoeningen uit zowel de genetische afwijkingen en onderontwikkeling van de geslachtskenmerken.

De klinische en genetische fenotype van KS en hun relatie worden nog niet volledig begrepen en zouden verder onderzocht moeten worden om tot een betere behandeling te kunnen komen.

Daarbij blijft het een uitdaging dat KS grotendeels is ondergedisagnosticeerd (slechts 25% van het verwachtte aantal patiënten worden correct gediagnosticeerd en slechts een minderheid voor de puberteit) en daarbij de meeste patiënten vaak gediagnosticeerd worden op een volwassen leeftijd. De pedagogische en psychologische ondersteuning die ontbreekt nu en zou eventuele problemen in hun eigen taal, school en neuropsychologische problemen kunnen voorkomen. Daarbij is de start van de testosteronsuppletie van belang zodra de patiënt dit nodig heeft zouden de gevolgen van hypogonadisme op lange termijn kunnen voorkomen. Een sperma- of testisextractie kan dan ook zo snel mogelijk worden uitgevoerd, voordat de schade aan de testikels begint, waarschijnlijk in de puberteit. We zouden dan ook een grote inspanning moeten doen om ons vermogen voor een vroege diagnose van de KS te krijgen, wanneer we beschikken over de kennis van zowel pathogenetische en klinische aspecten van het syndroom.


   
Citeren
Deel:
Deel dit: