Morgen is het zover: de releasedatum van mijn boek is het dan officieel. Maar om eerlijk te zijn, weet ik me nou niet echt een houding te geven aan het gebeuren. Ik had bedacht dat het feestelijk zou zijn, maar morgen is het ook een andere dag: namelijk de dag dat het één jaar na de diagnose syndroom van Klinefelter is.
En ik vind het eigenlijk wel gek. In zo’n heel jaar is zoveel gebeurd, eigenlijk niet te beschrijven hoeveel impact het heeft gehad op mij, maar niet alleen op mij, maar ik denk ook zeker wel op mijn vrienden, ouders en grootouders. Ze hebben het immers allemaal van dichtbij meegemaakt. En ik ben ook veranderd, daar ben ik me van bewust, al weet ik daar nog niet altijd 100% de vinger op te leggen, want ik zie mezelf dan elke dag wel weer, terwijl sommige anderen mij wat minder vaak zien en daardoor de veranderingen ook anders waarnemen dan ik dat doe.
En eigenlijk deze dagen, weet ik me niet zo goed een houding nog aan te nemen, ik ben dan druk met de promotie van het boek, vandaag staat er een artikel in het Dagblad van het Noorden stadseditie met een aankondiging van dit boek, maar daar buiten, nee, ik weet het niet. Moet ik nou een gebakje eten om het te vieren, of een kaarsje branden om het te herdenken? Aan de ene kant vind ik het goed zo, heb ik het wel enigszins geaccepteerd, en zijn er bepaalde dingen op zijn plek gevallen. Maar aan de andere kant heb ik dingen nog niet verwerkt, wat gewoon echt zijn tijd nog nodig heeft en dan kan ik er wel over blijven lullen, maar ik blijf het vervelend vinden, en het is niet zo even uit de lucht, nee dat heeft vooral tijd nodig: het feit dat ik later niet gewoon kinderen kan krijgen. Ik blijf het ook tegenkomen dat ik het moeilijk vind, juist mijn leeftijd dat sommige vrouwen zwanger raken, daar in alle geuren en kleuren over vertellen en dan het liefst ook nog verwachten dat je daar in mee kan gaan. Tot je verteld dat je onvruchtbaar bent, en het nog niet zo heel lang geleden is en eigenlijk er nog niet aan toe bent om er op die manier over te praten. Ik merk dat ik al gauw vast loop van “Ja leuk”, maar eigenlijk denk ik; “Ik wil het er eigenlijk niet over hebben.” Ja, dat blijf ik nog wel even lastig vinden, ook na het schrijven van het boek, is dit boek nog niet gesloten. En natuurlijk, er zijn mogelijkheden, maar eigenlijk zou ik daarvoor eerst een stabiele relatie wensen, voordat ik overga tot opties als Kunstmatige Inseminatie Donorzaad (KID) of adoptie, want dat is het dus; daar gaan jarenlang overheen vaak, en een bekende donor, dat lijkt me helemaal niets. Het kind mag het best weten, absoluut, maar de donor zou dan geen bekende van mij of mijn partner zijn. Ach, ik denk er dus wel aan, maar voor alsnog ben ik single en is een dergelijk besluit iets wat je met zijn tweeën moet nemen. Voor dit stuk, zou ik eigenlijk een kaarsje branden, alleen al voor het idee.
Waarvoor zou ik dan wel niet een gebakje nemen? Tja, dat is meer dat ik de zwaarste periode voor mijn gevoel gehad heb. Dat ik een periode heb afgesloten daarin, dat ik het wel enigszins geaccepteerd heb, dat ik het syndroom van Klinefelter heb. Dat het ook positieve dingen heeft gebracht. Ik heb geweldig leuke mensen leren kennen, mede hierdoor, ik ben gegroeid in mijn persoon, of volwassener geworden. Ik heb een boek geschreven, wat op zich ook weer een gebakje waard zou zijn. En waar ik ook heel blij mee ben, is dat de diagnose mij de mogelijkheid heeft gegeven dat ik EINDELIJK af ben van de borstvorming, wat ik altijd als grote schaamte heb ervaart. Ook dat is inmiddels voorbij, al zit ik dan nog wel in de nasleep, maar toch… Het behoort naar mijn idee tot de categorie dat een gebakje waard zou kunnen zijn.
Dus wat ga ik dan morgen doen?? Ik denk eigenlijk dat ik het maar moet combineren.. Morgen word het een gebakje met een kaarsje.. Dan heb ik beiden gedaan :).