De afvalrace, die ik na de operatie gestart ben, gaat langzaam maar zeker door. Vanmorgen was weer mijn “weegmoment” zoals elke maandagochtend en na een paar weken rond hetzelfde gewicht te hebben gehangen, zit er eindelijk weer wat schot in de zaak. Gelukkig maar, want was er al wel flauw van dat ik alweer hetzelfde gewicht steeds had. Vanaf de start van de proef om te berekenen wat mijn gewenste energie-inname is, ben ik nu dan 13,4 kilo kwijt en het huidige gewicht staat vast op 90,3 kilo. Volgens de BMI heb ik dan een waarde van 28,5 punten. Als je daaruit de diagnose trekt, heb ik overgewicht.
Persoonlijk trek ik me relatief weinig aan van die diagnose. Ik ben namelijk niet aan het streven om dermate af te vallen dat ik de diagnose “gezond gewicht” heb. En dan heb je altijd mensen die dan zeggen; waarom niet? Nou eigenlijk één hele belangrijke reden: ik voel me daar zelf niet gelukkig bij. Ik heb in 2005 een gezond gewicht gehad, maar was ik toen gelukkig? Nee, totaal niet! Ik doe het lijnen dan ook wel rustiger aan dan destijds en geniet gewoon lekker. En daar is ook niets mis mee. Uiteindelijk in vind ik een gewicht tussen de 80 en 85 kilo, een prima gewicht, maar volgens de BMI, zou ik dan nog steeds overgewicht hebben. Wil ik naar een gezond gewicht, dan moet ik 78 kilo of minder wegen. Naja, dat hoeft van mij niet zo nodig. Het gaat nu wel langzamer dan eerst, maar dat is ook niet meer dan logisch: immers gaat na verloop van tijd je lichaam op spaarstand en val je niet zoveel meer af, maar een paar ons per week. En dat is ook genoeg voor mij. In mijn afvalrace van 2005 ging ik veel te hard: in 6 maanden tijd verloor ik destijds bijna 40 kilo. Maar dat kreeg wel een staartje. Uiteindelijk bleek mijn galblaas nog net zoveel gal aan te maken als toen ik overgewicht had, met als gevolg dat ik galstenen kreeg en in 2006 mijn galblaas verwijderd moest worden. Dus sindsdien doe ik het eens in de zoveel tijd rustig aan, want wat ik in mijn leven lang al heb geleerd: afvallen is heel makkelijk. Maar je gewicht behouden is in vergelijking 20 keer moeilijker!
Er zijn altijd mensen…
Nu de promotie van het boek afgelopen week vergroot is, mede doordat de proefdruk geslaagd is, krijg je ook de eerste negatieve berichten terug. Vooral van mensen die eigenlijk alleen maar het eindproduct hebben gezien en niet de weg tussentijds hebben gevolgd. Sommige mensen vinden het vroeg dat je na 1 jaar een boek kan schrijven en publiceren. Persoonlijk denk ik dan: heb je enig idee waarover je het zelf hebt? Hoe kun je mij daarin afzetten. Daarnaast word er vaak gesproken over de “ziekte” door deze mensen. Waarin ik gelijk aangeef dat het het geen ziekte is. Een ziekte is in mijn beleving veroorzaakt door een virus of bacterie, waardoor je in je leven erdoor ziek bent geworden, en in veel gevallen kans hebt dat er een behandeling is waar je mogelijk (lees dit goed, mogelijk, niet per definitie) beter van kan worden. Een aandoening, daar spreek ik liever over bij het syndroom van Klinefelter, want met een aandoening word je geboren of ontwikkelt zich kort na de geboorte, en heeft daarnaast ook geen kans tot genezing. Dat is iets wat ik ook zal blijven roepen.
En ja, dan heb je dus mensen die zeggen dat je het nog niet verwerkt kunt hebben, niet na een jaar al, daar waar sommige mensen jaren voor nodig hebben. En zoals ik het ook in mijn slotwoord heb beschreven:
Nu is het tijd om het boek “Ik en mijn Klinefelter” los te laten. Het boek is af en al mijn stappen voor het omgaan met het syndroom van Klinefelter heb ik beschreven. Natuurlijk ben ik nooit helemaal klaar, er zullen zich altijd weer situaties voordoen die ik graag zou willen delen.
Het boek is af, maar mijn weg zit er nog lang niet op. En het boek is niet geschreven met het idee een totale overview te geven, maar juist het eerste jaar te beschrijven, juist wanneer je het nodig bent om die informatie te vinden, die er nu miste naar mijn idee en gevoel. Ik kan omgaan met het syndroom van Klinefelter, maar klaar ben ik nog langena niet. Nee, dat heeft nog tijd nodig… Er blijven confrontaties volgen, soms voelt het heftiger dan andere keren, maar het belangrijkste aan het boek is vooral dat ik mijn verhaal van me af heb geschreven en daardoor vind ik het ook voor mezelf een bijzonder en belangrijk boek. Het is niet voor niets een autobiografie, en geen roman(0) boek geworden. En ik hoop dat de doelgroep, het ook goed ontvangt en nieuwe inzichten krijgt van deze jongen, die toch wel een optimist is van binnen.